Gedichten
Woordeloos
Ik zoek en zwoeg en zaag de zee door tweeën
Waar ben ik gebleven
als een donderslag bij heldere hemel
Duizel duikel struikel door het leven, het is me niet meer
dan om het even
Waar de diepte niet dieper kan, ik hoor je echo
Ik voel, ik proef, ik ruik je echo
Maar de woorden blijven uit, woorden uit de context, woorden woordeloos opgeslokt door de zee
Ik voel waar de pijn huist, zich omdraait, zich nestelt, zich ingraaft als golvende groeven
En ik blijf je proeven
ik leef de proef op de som
hoe kon ik dat bedenken, waar zou ik zoeken als ik vinden kon
de bodem van de zee, ik erodeer mee,
zand tussen mijn tenen en vingers, een wereld vol indringers
Kijken niet naar de ziel, hoe iel, hoe fragiel
Bagage
Je zwarte rugzak
-je pepermunt zit nog in het kleine vakje
naast je zonnebril en je flesje water -
Je zwarte rugzak
-je had net de rits nog laten maken-
ligt naast
de voorraadbussen koffie en suiker van mijn vader
-tegen de doos met zijn bril, zijn portemonnee en het lampje dat we ophingen naast zijn bed in de woonkamer zodat hij de krant nog kon lezen-
Je zwarte rugzak ligt stil
-tegenover de
zwart-wit foto's van mijn moeder en mij
die ze als herinnering
voor mij liet maken toen ik vier was
-vlak voordat ze stierf
Je zwarte rugzak
Onthand
Ik zat op de rand te wachten
Ik zat op de rand te wachten tot je spelen wou
Ik zat op de kant te wachten
Ik zat op de kant te wachten tot je dromen wou
Ik zat in het zand te wachten
Ik zat in het zand te wachten tot je springen wou
Ik zat op mijn handen te wachten
Ik zat op mijn handen te wachten op je hand
Hou(me)vast
Ik ben ontkleed
Ik ben ontveld
Ik ben afgepeld
Ik ben onthecht
Ik ben ontvlecht
Ik ben los
Ik ben op
drift
Ik ben
van alles ontdaan
Hout
We zijn uit hetzelfde hout gesneden
Zei je luid lachend -
terwijl ik een splinter uit mijn oog haalde
Cirkel
ik kan je niet zeggen waar
en ook niet wanneer ik het ben kwijtgeraakt-
het moet onderweg uit mijn tas gevallen zijn
ik kan je niet zeggen waar
en ook niet wanneer ik het gemist heb-
het moet zijn blijven liggen op het schoolplein
ik kan je niet zeggen waar
en ook niet wanneer ik het herkende-
het moet tussen de regels zijn geweest
ik kan je niet zeggen waar
en ook niet wanneer ik het voelde-
het moet ergens halverwege zijn geweest
ik kan je niet zeggen waar of wanneer
maar je gaf me terug
wat al die tijd van mij was
Godslastig
God, wat was ik Goddelijk
God, wat was ik een Godsgeschenk
God, een waar God's wonder
God, wat was je mat en zwijgend
afwachtend en ontwijkend
ik bungelde aan God's garen-
God, wat was ik over-ondergeschikt
God, je grote liefde - enkel in de marge
je hebt in alle eerlijkheid gelogen
mijn ruggengraat gebogen
tot je godverdomme opbiechtte dat je niet gelovig was
Utopia
Wanneer komt de tijd
Wanneer komt de tijd dat we
Wanneer komt de tijd dat we als mensen
Wanneer komt de tijd dat we als mensen niet
Wanneer komt de tijd dat we als mensen niet tegen elkaar
Wanneer komt de tijd dat we als mensen niet tegen elkaar praten
Wanneer komt de tijd dat we als mensen niet tegen elkaar praten uit
Wanneer komt de tijd dat we als mensen niet tegen elkaar praten uit eigen behoeftes
Wanneer komt de tijd dat we als mensen niet tegen elkaar praten uit eigen behoeftes
Wanneer komt de tijd dat we als mensen niet tegen elkaar praten uit eigen behoeftes
maar elkaar tegemoet treden uit de kern van eigen-zijn
waar het schild van de eigen behoeftes niet alles weerkaatst
wat echt en puur en zuiver is
wat onbehoeftig verbonden wil zijn
met het eigen van de ander
Wanneer komt die tijd
Wanneer komt die tijd
Wanneer komt mijn tijd
Jij
Néé, niet jij
Nee, niet jíj
Nee, níet jij
Jij niet neeGedachten
je dacht te denken dat
je dacht te voelen dat
maar nooit echt zeker
je dacht alleen maar te weten
je wist alleen maar te denken
maar nooit trefzeker
je dacht te vinden dat
je voelde dat je dacht
dacht je
De ontkenning
Ik weet het niet
Ik weet niet of je het juiste hebt gedaan
Ik leef het niet
Ik leef niet wat je zojuist hebt gedaan
Ik weet alleen
Dat je het normaal gesproken niet had gedaan
Maar nu weet ik het niet
Hondenlul
hond in de goot
stond op een tegel geschreven
waar we samen met kleurkrijt
onze toekomst tekenden-
jij de jouwe en ik de mijne
hond in de goot
stond op de stoep geschreven
waar we samen hinkelend
struikelden over de kleuren
die jij niet kon zien
hond in de goot
stond op mijn stoep geschreven
waar jij elk moment zou zeggen
dat het over was
dat het niets was
een misstap
een kleine misstap
voor een grootheid zoals jij
hond in de goot
Erosie
toen de zon gister onder ging
leek het een gewone dag die aan haar einde was
toen ik dacht dat ik een zwerfkei was
verloren, gehouwen uit een andere steen
Assepoester
mijn beste vriendin
staat voor de deur met twaalf rollen wc-papier -
zacht en sterk
geeft me drie zoenen
zegt dat haar afvoer het niet verdraagt
misschien de mijne wel?
neemt plaats op de keukenstoel, schreeuwt tegen me
dat ik volwassen moet worden
dat ik een man moet zoeken
dat ik opener moet worden
dat ik met de verkeerde mensen omga
Handvat
Mijn kleine vingers zochten-
in je nachtkastje
onder mijn kussen
in het eten
Mijn kleine vingers werden groter-
met een stevigere grip
Ze zochten in alle kieren van de vloer
in het water uit de kraan
in de lucht die om ons heen hing
Tot mijn vingers vuistjes werden-
En ze de haren uit mijn hoofd trokken
Onderliggend
wat heb je mooie handen
fluisterde je
terwijl je de rits van mijn nieuwe Levi's opende
wat heb je mooie tanden
zei je
terwijl je handen onder mijn T-shirt verdwenen
-vooral als je lacht
wat heb je mooi haar
zei je
terwijl je er zachtjes maar gretig je tanden inzette
-zeker nu je zo stil ligt
wat heb je een trieste blik in je ogen
zei je zuchtend-
en dat je moe was
Vlinder
de vlinder in mijn tuin
-zijn tuin-
vraagt niet of hij welkom is
maar landt zonder schaamte
op de zonnebloem
die langzaam zijn bladeren verliest
naarmate de stengel dikker wordt
Schild-klier
bedachtzaam, schimmig, duikend -
schrander schampend langs me
in afwezigheid ontluikend
schildgevoelens en gedachten-
zonder dat er ooit een rij ontstond
Gelijkig
Ik hoef het gelijk niet aan mijn zijde - zeker niet meteen
een beetje geluk was gelijk voldoende geweest
Zitzak
ik heb er nooit op zitten wachten -
zeker nu niet
ik heb er geen minuut naar uitgekeken of naar verlangd -
niet naar iets dat niet bestaat
ik heb er nooit om gevraagd of voor gebeden
en toen ineens daar stond je - ik zát
je had me moeten laten zitten-
niet pas drie maanden en drieëntwintig kwets-uren later
Erfenis
de ruimte die ik niet had heb ik terug
de ruimte die ik niet bezat heb ik bezet
de ruimte die weg was bezit ik nu -
maar jij bent weg
Snorrend
mijn kat heeft snorharen op de achterkant van zijn voorpoten-
het doet hem niets
Vogel
de vogelverschrikker in het veld
weerhoudt mij ervan
te leren vliegen
Aardvarken
de eenzijdige overeenkomst werd getekend
door grote mensen die zichzelf op handen droegen-
belangrijke mensen
lijnen werden getrokken langs bergpassen en rivieren en
waar het uitkwam met een liniaal-
rechte lijnen
ze speelden kwartet
met de bomen en de bergen en de zee
Dons
Ik slaap op droevig dons
maar meestal lig ik wakker
Geloof
een maand geleden vroeg ik mijn ogen
of het oprecht was wat ze hadden gezien
vorige week vroeg ik mijn oren
of ze de waarheid hadden gehoord
eergister vroeg ik mijn handen
hoe zacht het voelde om in de jouwe te liggen
gisteravond vroeg ik God
om mijn gevoel voor jou een lichaam te geven
vanavond vraag ik
om het bestaan van iets dat niemand ooit kan zien
vannacht vraag ik
om in aanwezigheid deze liefde te kunnen dragen-
morgen vraag ik niets
Aanstotelijk
je uitgezogen onvermogen - gelogen, bedrogen
het zwarte zwavel zuivert je geweten
plots gegoten, over de ander gespoten
geen vuile woorden mogen worden besteed
jouw waarheid met bloedende boete bekleed